woensdag 4 maart 2020

Ik amuseer me rot in Kampot!


De treinreis vanuit Phnom Penh naar Kampot verloopt heel vlotjes, maar het is allemaal nogal wat geïmproviseerd. Zo moet de treinbestuurder de trein stoppen en zelf uitstappen om de wissels te verzetten en er zijn bijvoorbeeld ook geen slagbomen aan de overwegen, dus moet er telkens luid getoeterd en vertraagd worden voor elke weg die de sporen kruist.






Kampot is een laid-back stadje in het Zuiden van Cambodia en ligt aan de zee, meer bepaald aan de Golf van Thailand. 





Van hier uit wil ik weldra een van de Cambodiaanse eilanden bezoeken, maar er zijn enkele leuke highlights in de stad die ik eerst bezoek.

Aangezien Kampot vroeger een uitermate Franse "air" had, en de Franse expat-community in deze stad explosief groeit (later meer hierover als ik iets over Sihanoukville schrijf) boek ik een guesthouse bij een Franse familie. Dat betekent dat er 's avonds petanque wordt gespeeld en pastis wordt gedronken. Veel pastis! 







Voor de eerste keer boek ik een tour met een agentschapje en dus komt een busje vol met backpackers en andere ZO-Azië-reizigers me de volgende ochtend ophalen aan mijn guesthouse, dus ik ga toch maar op tijd slapen en laat de pernod-kater aan me voorbijgaan.







De eerste plek die we bezoeken, is Bokor Hill, dit is een verlaten bergdorp dat op 1000m hoogte ligt. Er staan enkele vervallen gebouwen, een kerk die destijds nog door de Fransen is gebouwd en een oud onafgewerkt koninklijk paleis.







Onderweg komen we ook langs dit reuzengrote standbeeld. Het is geen buddha, maar wel Lok Yeay Mao, een plaatselijke godin die de bergen en de zee schijnt te beschermen.




Peper en zout

We stoppen ook even langs een plek waar zout gewonnen wordt uit zeewater en bij de peper-plantage La Plantation, die wordt uitgebaat door een Belgisch-Frans koppel.









Op de plantage krijgen we een peper-proeverij aangeboden. We degusteren 12 verschillende soorten peper: onder andere witte, zwarte, rode en bijvoorbeeld ook niet-gedroogde peperbolletjes en zelfs een millésimé ui 2018 :-)




We bezoeken Kep, alweer een oud-koloniaal Frans dorp dat nu vooral bekend staat om haar krabbenvissers. Natuurlijk eet ik er een Amok (een soort curry die in bananenbladeren wordt bereid) met kraakverse overheerlijke krab. 



We rijden ook langs het zgn. "secret lake" of wat bij de locals bekend is als "Tomnop Tek Krolar". Het meer werd volledig door mensen uitgegraven onder dwangarbeid tijdens de Rode Khmer-periode.



De "secret"-benaming heeft eerder te maken met de massagraven die onder de bodem van het meer verstopt liggen. Men vermoed dat er duizenden lichamen begraven liggen. De sfeer in het hete toeristenbusje zakt hier even onder het vriespunt ...

Dat maak ik 's avonds - terug in Kampot - goed met een Long Island Ice Tea terwijl ik  langs de rivier naar de zonsondergang kijk.




Vanuit Kampot reis ik verder naar het eiland Koh Rong Samloem. Hiervoor moet ik eerst langs de stad Sihanoukville rijden. Al vanaf mijn eerste dag in Cambodia, 2 maanden geleden, word ik voor deze beruchte stad gewaarschuwd, en zoals zal blijken is dat volledig terecht ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten